Geluid kan gebruikt worden tijdens de overhoring om de uitspraak te leren of om de vraag te verduidelijken.
Het toevoegen (openen/inspreken en afspelen) van geluid is op twee manieren mogelijk.
Eenvoudige invoer:
Het openen van een geluid (formaten MP3 en WAV) kan in het eenvoudige invoer-scherm. Selecteer de kolom 'Gesproken tekst' en druk op de knop met drie puntjes.
Uitgebreide invoer:
Als daarnaast ingesproken moet worden, kan dat in het 'uitgebreide invoer'-scherm.
Kies hiervoor bij een vraag voor (Gesproken tekst). Een dialoogvenster zal verschijnen.
De vier icoontjes die dan tot je beschikking staan zijn openen, wissen, afspelen en opnemen.
Openen: Zoek het gewenste geluidsbestand op de schijf (wav of mp3). Dit kan een bestand zijn dat eerder is ingesproken, eventueel met een ander opname-programma.
Wissen: Wis de gesproken tekst uit de vraag. Het bestand zelf zal wel op schijf blijven staan!
Afspelen: Laat de tekst horen.
Opnemen: Spreek zelf teksten in.
De bestandsnaam zal als absolute naam worden ingevoerd. Dat wil zeggen drive\directory\bestandsnaam, bijv. 'C:\Mijn Documenten\vraag1.wav'.
Als de bestandsnaam van de woordenlijst bekend is, kun je ook kiezen voor een 'relatieve' bestandsnaam. Dit is de bestandsnaam t.o.v. de bestandsnaam van de lijst. Voorbeeld: 'vraag1.wav'.
Als relatieve bestandsnamen worden gebruikt, wordt het eenvoudiger een woordenlijst met wav-files te verplaatsen.