<< < 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 > >>
Een volgende oefening is minder schrijfwerk. Om de vragen wat beter door te krijgen, ga ik ze oefenen in gedachten. Dit is het flashcardsprincipe (overhoorkaartjes). De instelling voor de vraagstelling wijzig ik van 'Antwoord-vraag' naar 'Vraag-antwoord'. Het moet niet meteen te moeilijk worden..
Vraag: Waarom is 'Nederlands-Zweeds' moeilijker dan 'Zweeds-Nederlands'?
Vervolgens kies ik als overhoortype 'Oefen lijst zonder typen'.
Ik kies voor tien seconden nadenktijd, en klik op [Start].
Vraag 1 zie ik verschijnen. Ik hoef niets in te voeren, maar ik bedenk dat het antwoord 'ja' was. Na tien seconden zal het juiste antwoord getoond worden.
Ik klik op de [Ja]-knop, omdat ik het goed geraden heb. Zo doorloop ik de hele lijst.
Een goed antwoord zal beloond worden met een groen, glimlachend gezicht, een fout antwoord wordt bestraft met een rood gezicht.
Hoe lager de score, hoe minder vriendelijk het gezicht wordt..
Volgende..
<< < 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 > >>